Woning DG: scenische architectuur in een Kempisch decor

Bouwbedrijf
interieurbouw
Tekst

Johan Geerts

Beelden

10 Sep 2021

Het uiteindelijke doel van de architect...is het creëren van een paradijs. Elk huis, elk ‘architectuurproduct’ zou een vrucht moeten zijn van het streven van de architect een aards paradijs te bouwen voor mensen.

Alvar Aalto 1898 – 1976, architect en industrieel ontwerper

Het was Le Corbusier die in het interbellum tijdens de vorige eeuw met het ontwerp van Villa Savoye een nogal abrupte breuk maakte met de Art Nouveau- en Art Déco- architectuur die destijds ook in de villabouw populair was. Villa Savoye geldt als manifest voor de nieuwe inzichten die Le Corbusier toepaste in zijn architectuur: zo wendde hij enerzijds het ‘nieuwe’ materiaal gewapend beton aan voor het maken van grote overspanningen (plan libre) en grote raamopeningen (façade libre). Anderzijds wordt in dit ontwerp de opkomende industrialisatie - met als symbool de auto - zichtbaar in de architectuur.

Een belangrijke substroming binnen de Art Nouveau was een stijl die de vormeenvoud en het materiaalgebruik van de Amerikaanse Quakers (Shakers) als inspiratiebron gebruikte. Hout was voor hen het favoriete materiaal voor interieurs.

In woning DG - een ontwerp van Fréderic Wattecamps van Architects in Motion (AIM) - komen kenmerken van beide esthetische benaderingen wonderwel samen. De woning is ontworpen in twee krachtige volumes die elkaar ‘kruisen’. De voorzijde heeft een gesloten karakter terwijl de achtergevel de connectie met de tuin actief opzoekt. Grote overspanningen en een over twee verdiepingen opengewerkt volume maken dit contact mogelijk. Je zou kunnen stellen dat dit type huizen schatplichtig zijn aan Le Corbusier en zijn visionaire ideeën. Wat ook meteen opvalt is dat de architect bruin koos als hoofdtint. Ook in het interieur – waar houten accenten in alle ruimtes terugkomen – is bruin de ‘fil rouge’. In de ontbijtruimte annex open keuken bijvoorbeeld zijn de tafel, de stoelen en de barkrukken een letterlijke verwijzing naar de Quaker meubelontwerpen. 

Om de geslotenheid van de voorgevel niet te doorbreken, werd de inkom van de woning ‘achter het hoekje’ geplaatst, met zicht op en bereikbaar via de voortuinstrook. Deze voortuinstrook wordt met een leibomenhaag van de openbare weg afgeschermd en er ontstaat een duidelijk gedefinieerde tuinkamer. Het raam- en deurgeheel van de inkomhal is twee verdiepingen hoog en zorgt voor licht maar tegelijkertijd voor privacy in het ‘daggedeelte’ van de nachthal. Ook van hieruit heb je een interessant zicht op de voortuinstrook en krijg je een perspectief op de zijtuinstrook en een suggestie van de grootsheid van het perceel en de planmatige transparantie van het geheel.

Via de inkomhal bereik je een klein kantoor, een toilet en het woongedeelte. Meteen als je via de brede glazen taatsdeur het woongedeelte betreedt, wordt de gewilde spanning tussen open en gesloten onmiddellijk duidelijk. De bouwheer wou absolute privacy en afgekeerd leven van openbare leven van de straat. Zijn woning moest een oase van rust en geborgenheid zijn, met een open blik op de tuin en de natuur waarin de tuin naadloos overvloeit. Toch wou architect Wattecamps de massiviteit van de voorgevel een speelse esthetische waarde geven en niet enkel dienst laten doen als volledig gesloten scherm. Door intelligent gepositioneerde smalle verticale ramen ontstaan er subtiele doorbrekingen die - als zijn het visuele schietgaten – zichtassen creëren van binnen naar buiten. En zoals het echte schietgaten betaamt, heb je als je de woning van buiten bekijkt, door de beperkte afmetingen, geenszins de indruk dat de ramen het hermetische karakter van de voor- en zijgevels schaden.

In de zit- en eethoek ervaar je de ‘scenische’ architectuur van deze woning optimaal: via plafondhoge schuiframen voel je bijna geen afsluiting tussen ‘woning’ en ‘tuin’. Als gebouwd concentraat van dit idee, en als gematerialiseerde tegenpool van de groene tuinkamer in de voortuinstrook, ontwierp AIM achteraan de woning, als annex aan de woonruimte en het buitenterras, een tuinkamer die indien gewenst met glazen schuifpanelen volledig afgesloten kan worden. Met deze hybride ruimte voorkomt de architect dat er naast het zwembad een poolhouse ontworpen diende te worden die het zicht op de tuin en de natuur zou belemmeren. Het grote terras aan de woonkamer wordt enerzijds omsloten door deze tuinkamer, anderzijds door het volume van de leefkamer.

In het verlengde van het uitspringende keukenvolume werd het zwembad ontworpen dat ongeveer op het midden van het perceel ligt. De inplanting van het zwembad in de lengterichting, versterkt de zichtlijnen en het perspectief vanuit de leefkeuken. Door de woning asymmetrisch op het bouwterrein in te planten, ontstaat er aan de linkerzijde van de woning extra ruimte om een aparte oprit met dubbele carport te voorzien, waarvan de toegang aan het straatzicht onttrokken is. Achter de carport, aan de tuinzijde, bevindt zich een fietsen- en tuinberging en extra toilet. Een leuk idee is dat er via de zone tussen de woning en de carport, in het verlengde van de deur die toegang biedt tot de carport, een dienstingang is waardoor je via de ‘mudroom’ – een ruimte waar natte kleding en schoeisel kan uitgetrokken worden – en de bijkeuken/berging, de ‘eigenlijke’ woning betreedt. Het volume van de carport is bewust laag gehouden. De bedoeling is dat het volume op termijn ‘onder of in het groen zal verdwijnen’.

De trap naar de eerste verdieping is ingewerkt in het houten volume dat in de keuken en de zitruimte kasten bevat. De trap en de wanden van de traphal zijn uitgevoerd in dezelfde houtsoort als de kastenwanden: deze ontwerpkeuze straalt tegelijkertijd iets eenvoudigs en monumentaals uit. Het ‘centrale blok’ met trap, kasten en berging organiseert zowel de horizontale als verticale circulatie in de woning.

De driedimensionale werking van de twee gekruiste volumes voel je ook op de verdieping. Met de trap kom je in een afgesloten nachthal. In het lange, aan de straat evenwijdige volume, bevinden zich drie kinderkamers met elk een eigen douchekamer. De gang die van de nachthal is gescheiden met een deur eindigt aan de andere zijde in een polyvalente ruimte met een huisbar en een biljarttafel. Deze ruimte leent zich echter ook perfect als … feestruimte. Het is leuk ‘kind’ te zijn in dit huis!

Het volume loodrecht op de straat omvat naast een wasberging een, eveneens van de nachthal afgesloten, masterbedroomzone met ruimte slaapkamer, dito badkamer en dressing. Vanuit de slaapkamer heb je een indrukwekkend zicht op de tuin en het achterliggende Kempische landschap. Ook hier slaagt de architect erin het interieur en het exterieur perfect te laten samenvloeien. Het raamgeheel volgt de vorm van het hellend dak; traditionele gordijnen waren hier geen optie. De ontwerper vond een oplossing in theatergordijnen die opnieuw het scenische karakter van de architectuur onderstrepen.

Woning DG is zeker niet ontworpen als ode aan Le Corbusier of een of andere Art Deco-architect. Maar zei bOb Van Reeth niet dat architectuur ‘de herinnering is aan hetgeen nooit gebouwd is geweest’? Een architect moet met andere woorden naast het technische luik van het bouwen ook en misschien vooral de kunsthistorische evolutie binnen de architectuur als esthetische toolbox meedragen. Het technische en het esthetische aspect van architectuur samenbrengen in de creatie van een paradijs voor de bewoners is waar AIM telkens opnieuw naar streeft. Als deze kwaliteit kan samengaan met respect en (h)erkenning voor de kwaliteiten en eigenheid van de plek waar het paradijs wordt gecreëerd, kan je spreken van een geïnspireerde symbiose.

Lees ook:


Delen op:



ADRESSEN

Parklaan 146

2300 Turnhout

België

Louis Pasteurstraat 21

3920 Lommel

België

CONTACT

Heb je vragen? Neem gerust contact op via onderstaande gegevens:

+32 (0) 14 41 32 32

info@architectsinmotion.be

NIEUWSBRIEF

Blijf up to date.


Onze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren en onze dienstverlening te optimaliseren. Lees ook de Privacy & Policy