Er wordt uitgegaan van het principe ‘ruwbouw is afwerking’. Daarom worden de constructiematerialen bewust beperkt en sober gehouden. De structuur wordt opgebouwd uit betonblokken voor de dragende wanden en een houden spantenstructuur voor het dak. Deze elementen zullen zichtbaar blijven in het interieur van de schoolgebouwen.

Er wordt gekozen voor een eenvormige materialisatie bestaande uit genuanceerde leien voor zowel de gevel als het hellende dak, gecombineerd met vlak of architecturaal geprofileerd zichtbeton als plint. De betonnen plint beschermt de gevel tegen beschadiging, en vormt een elegante aansluiting met het maaiveld. De ramen op het gelijkvloers maken het mogelijk om ‘tuinklassen’ te creëren. Het openen van de raampartijen vervaagt de grens tussen binnen en buiten.

Het gebruik van afwerkmaterialen wordt geminimaliseerd en blijft sober. Hierdoor komt het bouwvolume optimaal tot zijn recht.  De afwerking van plafonds en wanden wordt mee bepaald door de keuze van de technische installaties en de constructiewijze. Er wordt naar gestreefd een prikkelvrije en zo aangenaam mogelijke leeromgeving te creëren. Er dient bijgevolg rekening gehouden te worden met  zaalakoestische aspecten, contactgeluidsisolatie, luchtgeluidsisolatie, installatielawaai en gevelisolatie.

Zachte materialen met lichte kleuren worden aangevuld met robuust binnenschrijnwerk bestaande uit houten blokkaders. Deze kunnen kleuraccenten omvatten om klaslokalen of specifieke plekken aan te duiden en zo de herkenbaarheid in het gebouw te vergroten. In gemeenschappelijke ruimten worden schuifwanden en houten afwerkingselementen toegevoegd, wat bijdraagt tot een goede oriëntatie binnen het gebouw.

Een weloverwogen visie op materiaalgebruik biedt niet alleen voordelen op vlak van duurzaamheid, onderhoud en budget maar zet tevens een zuiver architecturaal concept in de kijker. Het draagt bij tot de algemene uitstraling van een bouwwerk.