Kantoorgebouw Salar 2: integratie van de natuur in een missie
Bart Janssens
Architects in Motion
Johan Geerts - architect
Ananda De Sutter
Beelden
‘Ik verkies tekenen boven praten. Tekenen gaat sneller en laat minder ruimte voor leugens.’
Le Corbusier (1887-1965)
Voor Dom Hans van der Laan (1904-1991) – Nederlandse benedictijner monnik en architect - is orde de onderliggende basis van alles. De door de mens onveranderde natuur is ondoorgrondelijk en haar vormen hebben ontelbare wetmatigheden die we als mens moeten respecteren. Ze hebben verschillende verschijningsvormen in alle aspecten van de natuur in meetbare en onmeetbare vorm. Architectuur, in zijn fundamenteel voorkomen, is er volgens hem om ons te ‘omarmen’ en om onze omgeving leesbaar te maken. Onze gebouwde cultuur is met andere woorden nauw verbonden met onze kennis van en het respect voor de natuur. Van der Laan definieerde de functie van architectuur als ‘de expressiviteit van architectuur en het bewoonbaar maken van de natuur’.
Openbare ruimte innemen voor het plaatsen van een gebouw moet voor Bart Janssens van Architects in Motion (AIM) om die reden met de grootste omzichtigheid gebeuren. In gesprekken vermeldt hij ‘respect voor de omgeving’ en ‘de eigenheid van de plek’ als de belangrijkste basisprincipes van zijn architecturaal denken.
Natuurarchitectuur
In 2016 kreeg Bart Janssens de opdracht voor Salar, een sociaal secretariaat, een kantoorgebouw als backofficeruimte te ontwerpen op een perceel op de hoek van de Turnhoutsebaan en de Eikenlaan in Kasterlee. Het perceel ligt op de stedenbouwkundige grens tussen woon- en groengebied. De Eikenlaan ontsluit een villawijk die parallel aan de Turnhoutsebaan gelegen is. Hoewel aan de andere kant van de Eikenlaan gelegen, maakt het perceel deel uit van deze verkaveling. Meer nog, het is het laatste stuk bouwgrond van die verkaveling en het vormt de overgang van ‘wonen’ naar ‘natuur’. Bart Janssens vond hierin aanknopingspunten om nog meer connectie te zoeken met de karakteristieke eigenschappen van het plaatselijke landschap en zijn vegetatie en de kracht van de natuur in het ontwerp te bestendigen. De omgeving is een typisch Kempisch landschap met zandduinen begroeid met dennenbomen en heide. De architect leverde een strijd om de bestaande bomen op het perceel, net voor de rooilijn te behouden om samen met de typische heidebegroeiing de verbinding met het naastliggende natuurgebied te versterken.
Gelegen in een woonzone, meer bepaald in een villawijk, was het voor de architect meteen duidelijk dat het gebouw qua architectuur en materiaalgebruik zou moeten aansluiten bij de typologie van een grote eengezinswoning, eerder dan aan deze van een kantoorgebouw.
Op het perceel, rondom het gebouw en de parkeerzone, worden de natuurlijke heuveltjes afgebouwd in de richting van de twee straten. Als je langs de Turnhoutsebaan het centrum van Kasterlee verlaat, voel je de intentie van de architect perfect aan: de dennenbomen voor het gebouw en de heuveltjes, maar zeker ook de discretie van het ontworpen gebouw en de materiaalkeuze ervan, doen het ‘gebouwde’ vervagen en zachtjes overgaan in de naastliggende dennenbossen.
Discreet baken van betrouwbaarheid
Het nieuwe ontwerp kreeg nog een extra dimensie. Als backoffice zou het een gebouw worden waar weinig of geen externe publieke activiteit plaatsvindt. De specifieke aard van de werkzaamheden van de opdrachtgever inspireerde de architect om het nieuwe gebouw vorm te geven: een duidelijk afleesbaar symmetrisch plan, een eenvoudige structuur met betonnen portieken en een uitgekiend spel van gesloten en open gevelvlakken geven het gebouw een blijk van integriteit en privacy, het materialiseert de no-nonsense kwalitatieve hulpverlening waarvoor Salar staat. Het ontwerp straalt de discretie uit die van een sociaal secretariaat wordt verwacht.
In het hart van het gebouw ontwierp Bart Janssens een monumentale trap die als een centrale sculptuur het gebouw organisatorisch reguleert. In dit huzarenstuk van detailarchitectuur herken je duidelijk de voorliefde van Bart Janssens voor de brutalistische Braziliaanse betonarchitectuur. De trap staat op zich en draagt van niveau tot niveau. De onderzijde is ‘gekarteld’: vierkante uitsparingen die het verschil in afmeting van de buiten- en de binnencirkel perfect opvangen, geven het geheel een gerafeld maar uiterst verfijnd uitzicht. Maar als architect sta je met dergelijke gewaagde details alleen als de aannemer de uitvoering ervan niet beheerst. De trap is het resultaat van originaliteit in ontwerp en vakmanschap in uitvoering en doet het label ‘sculptuur’ alle eer aan. De verlichting accentueert het monumentale karakter: verticale lijnvormige armaturen maken een verbinding tussen de verschillende verdiepingen en zorgen voor het subtiele esthetische contrast tussen de horizontaliteit van de bouwstructuur en de verticaliteit van de trapstructuur.
De keuze voor het ruwbouw=afwerking-principe voor het interieur werd overal rigoureus toegepast, wat rust en evenwicht brengt in de overvloedig met technologie uitgeruste kantoren. De zes betonnen portieken die een raster vormen van 5m20 bij 5m80, zijn zowel in het plafond als in de wanden zichtbaar en dragen de zichtbetonnen welfsels. De metselwerkdelen werden uitgevoerd in dezelfde gevelsteen als het parament. In de traphal en kantoorruimtes werden lichtgrijze/beige tapijttegels geplaatst die qua tint heel nauw aansluiten bij de betonnen elementen.
Vergaderen with a view
Het tweede paradepaardje van het kantoorgebouw – naast de betonnen trap - zijn de vergaderruimtes onder het hellend dak. Op de tweede verdieping, waar de ruimtes zich bevinden, wordt de bijzondere stedenbouwkundige situatie van het gebouw duidelijk. De twee grote driehoekige ramen die de vorm van het hellend dak volgen, bieden een uitzicht op de bijzondere inplanting van het gebouw: enerzijds op de villawijk, anderzijds op het natuurgebied. De ramen zijn enkele meters teruggetrokken geplaatst zodat een terras ontstaat. Het komt de lichtheid van het bouwvolume ten goede en accentueert het zadeldak, een keuze van de opdrachtgever. De meubels zijn uitgevoerd in donkerbruin houtfineer dat samen met de antracietgrijs gebeitste gelamelleerde dakspanten contrasteert met de in het zicht gelaten houten akoestische dakpanelen. De gestrengheid van de strakke ontwerplijnen wordt speels doorprikt door de slingervormige verlichtingsarmaturen die speciaal voor deze ruimte ontworpen werden. Eveneens om akoestische redenen werd de vloerbekleding deels doorgetrokken op de wanden.
De centrale trap maakt het majestueuze karakter van de vergaderfaciliteit op de dakverdieping compleet.
Op de eerste verdieping bevinden zich de backoffice-ruimtes, een printlokaal en een lokaal voor opleidingen. De kantoorruimtes worden afgescheiden van de traphal met verdiepinghoge glazen wanden. De trap speelt duidelijk de hoofdrol in dit decor. Op deze verdieping reikt de trapopening tot aan de voorgevel. Het verrijkt de natuurlijke lichtinval en legt extra focus op de trap. Aan de achtergevel werd een koffiehoek ontworpen. De opdrachtgever wou bewust geen lift in het gebouw. Het nodigt de werknemers uit om op een officieuze, ongedwongen manier met elkaar te communiceren. De koffiecorner in de ruime traphal is daarvoor een extra troef en een zoveelste eerbetoon aan deze centrale in het natuurlijke licht badende ruimte.
De rechterzijde van het gelijkvloers is identiek aan deze van de verdieping. Aan de andere zijde bevindt zich de bistro/lounge. Verder zijn er nog het sanitair en een leveringszone voorzien. Achter de bistro geeft de autolift via de achtergevel rechtstreeks toegang tot de parkeerkelder waar ook de serverruimte en de technische ruimte een plaats vinden. De keuze voor de autolift kadert in de filosofie de bestaande natuur zoveel mogelijk te laten versmelten met het gebouw. De diepe kloof van de inrit zou het zicht al te veel schaden.
Gematerialiseerde missie
Bart Janssens ontwierp de hoofdinkom bewust aan de achterzijde – de oostzijde - van het gebouw. Ook hier regeert de soberheid van een backoffice en worden al te opzichtige elementen achterwege gelaten. De kracht van de gevels ligt in de symboliek van de vorm en het materiaalgebruik. Voor de ramen van de voorgevel werden ranke hardhouten profielen geplaatst. Ze refereren aan de hoog opgeschoten dennenbomen in de omgeving. De natuurlijke ritmiek van de begroeiing wordt hierdoor niet onderbroken. De genuanceerde grijs/bruintinten van de gevelstenen sluiten dan weer perfect aan bij de kleur van de dennenappels en de stammen van de bomen.
Bedrijfsleiders van KMO’s – die in het Vlaanderen van de 21ste eeuw een groot aandeel van de jobcreatie op zich nemen – willen het dynamische karakter van hun ondernemerschap en de identiteit van hun bedrijf vertaald zien in de architectuur van hun bedrijfsgebouw. Architectuur als verlengde en zelfs versterking van de bedrijfssignatuur en -missie. Het is aan de architect om deze uniciteit te definiëren en te materialiseren in het ontwerp. Architect Bart Janssens van AIM ontwierp met Salar 2 een hedendaags kantoorgebouw dat geïntegreerd is in de schaal van de lokale architectuur van de achterliggende villawijk en inspeelt op de plaatselijke vegetatie en streekeigen landschap. De twee stedenbouwkundige sferen laat hij subtiel in het gebouw samenkomen. Ze worden harmonieus met elkaar verzoend door de met zorg ontworpen architecturale elementen. Het gebouw omarmt sereen en integer de activiteiten van het bedrijf. Het verheft de privacy van de klant en de dienstbaarheid die centraal staat tot een esthetische relevantie.
Onze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren en onze dienstverlening te optimaliseren. Lees ook de Privacy & Policy