IOK Beerse: architectuur op de grens tussen vorm en functie

Beelden

15 Feb 2021

‘Een goed gebouw groeit op natuurlijke, logische en poëtische wijze uit al zijn condities.’

architect Louis Sullivan 1856 - 1924

‘Form follows function’. Misschien wel de meest geciteerde quote over architectuur. Ze is van de hand van Louis Sullivan – hij werd Amerika’s eerste modernistische architect genoemd en was het bekendste exponent van de Chicago School of Architecture - en is afkomstig uit een essay uit 1896 waarin hij zijn ontwerpen voor hoge kantoorgebouwen toelichtte. Frank Lloyd Wright werkte zeven jaar in Sullivans kantoor en liet zich onbetwist in zijn latere werk door de quote, het essay en de schrijver inspireren. Maar worden deze drie woorden in de 21ste eeuw nog juist geïnterpreteerd of gebruikt men ze niet al te vaak als dogmatisch excuus om inspiratieloze architectuur te verantwoorden? Volgens Wright, die het sloganeske gebruik van de quote ook laakte, is ‘vorm en functie zijn één’ een minder mis te verstane interpretatie ervan en moet architectuur van binnen naar buiten worden gedacht zonder echter de kwaliteit van het exterieur te verwaarlozen door het als vanzelfsprekende functionele vertaling van het interieur te beschouwen.

Het nieuwe overslagstation voor de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen (IOK) in Beerse, een ontwerp van Architects in Motion (AIM), kan beschouwd worden als een perfecte weerspiegeling van hoe Wright Sullivans quote vertaald wil zien in architectuur.

Een van de belangrijkste taken van IOK is het afvalbeheer en -behandeling in de Kempen en dat doen ze met succes: de Kempense gemeenten hebben de laagste restafvalcijfers en de hoogste recyclagegraad in Vlaanderen. Om het huishoudelijk afval en dat uit de recyclageparken te verzamelen en te verwerken, bouwden ze reeds een overslagstation in Mol en nu een tweede in Beerse. Van daaruit vertrekt het overgeslagen afval per schip over het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en het Albertkanaal voor verdere verwerking naar de Mechanisch Biologische Scheidingsinstallatie in Geel. Daar wordt het afval eerst gedroogd en o.a. van glas en stenen gezuiverd om ten slotte samengeperst te worden tot RDF (refuse-derived fuel) dat in de industrie als brandstof wordt gebruikt.

Het is voor een ontwerper een uitdaging om, met de door Wright aangevulde quote van Sullivan in gedachten, de specifieke eisen van de bouwheer en de noodzakelijkheden waaraan een kantoor- en industriegebouw uit de 21ste eeuw moet voldoen – denk aan duurzaamheid, energieprestatie, veiligheid, comfort, … - te combineren tot een in verschillende aspecten performant maar architecturaal waardevol geheel dat past in de gedefinieerde bestaande context. Duurzaam bouwen speelt in op alle aspecten van architectuur. Vanaf de start van een ontwerp dienen alle deelaspecten van het bouwen in acht genomen te worden dit volgens het principe van geïntegreerd ontwerpen. Het is voor ons als ontwerper een reflexmatige toepassing. We streven naar een duurzame economische en ecologische manier van bouwen met aandacht voor het energiegebruik en onderhoudskost van het totaalproject wat resulteert in een aangenaam en comfortabel leefklimaat. Flexibiliteit, oriëntatie, compactheid en aandacht voor interne en externe relaties vormen naast een doordachte materiaalkeuze en gebruik van technieken en grondstoffen de basis voor een duurzaam en toekomstgericht bouwwerk. Bovendien draagt aandacht voor duurzaamheid bij tot de betaalbaarheid van een project zonder aan kwaliteit in te boeten.

Het terrein ligt vlak bij het kanaal in een groene beboste gordel die de site volledig omsluit. De ligging zorgt voor een goede bereikbaarheid. Om het grondverzet te beperken werd de natuurlijke terreinhelling maximaal gerespecteerd en op ingenieuze manier geïntegreerd in de helling voor het stortplatform.

Het overslagcomplex bestaat uit lokalen voor het personeel: een dispatch, een eetruimte en enkele sociale ruimten en zones voor afvalverwerking zoals de overslaghal, stalling voor de vrachtwagens, een tankplaats, een vrachtwagenwasplaats, een stortplatform en een ruimte voor stalling van containers.

De Steenbakkersdam geeft je toegang tot de site, enerzijds voor traag verkeer en personenwagens via de ‘parkeerdreef’ en anderzijds - voor de vrachtwagens - langs een wachtplaats en een oprit die de vrachtwagens naar de weegbruggen, die rechts naast het gebouw zijn ingeplant, begeleidt. Voetgangers, fietsers en personenwagens worden meteen naar de parkeerdreef afgeleid en voorkomen al te veel contact met het zware verkeer. De parkeerdreef vormt de overgang tussen de openbare weg en het openbaar groen naar de verharde site. Auto’s worden geparkeerd op grasdallen en zowel de vorm van de dreef als de afwisseling verharding/beplanting maken de overgang organisch. Ze vormt het verlengde van de natuurlijke en het begin van de bebouwde omgeving.

Een immense betonnen wand is de gematerialiseerde grens tussen de industriële bedrijvigheid en de groene ‘buitenwereld’. Door de wand ook aan de zijkant van het gebouw verder te laten lopen, creëert de ontwerper een sokkel in de vorm van een betonnen doos. Een met hout bekleed, afgerond en volledig gesloten volume verzacht de grens en geeft de site samen met de betonnen doos zijn identiteit. In dat houten volume bevinden zich de kleedkamers. Links naast het volume kom je via de dubbele poort bij de fietsenberging en de motorenstelplaats. Een origineel detail is dat men aan een droogkamer voor regenkledij heeft gedacht, een leuke attentie voor motorrijders die regenweer hebben moeten trotseren. Aan de rechterkant van het volume verleent een deur je toegang tot de inkomhal die met een trap rechtstreeks toegang biedt tot de dispatching op de eerste verdieping. Als een arendsnest ligt de dispatchruimte op een zeer strategische plaats in het gebouw en heb je van hieruit een perfect zicht over de toegangszone van de site. Verder bevinden zich op de verdieping een kitchenette, een eetruimte met dakterras voor het personeel. Om de betonnen ‘doos’ van het gelijkvloers te accentueren en te versterken is de volledige verdieping uitgevoerd met aluminium schrijnwerk en glas. De horizontaliteit van het ver overstekende dak onderstreept het bijzondere karakter van het ‘poortgebouw’.

Eens de weegbruggen gepasseerd, rijden de vrachtwagens op een ‘ringweg’ rond het gebouw waar ze langs een stockageplaats voor containers en opslag voor hout en houtsnippers de binnenkoer oprijden, waarlangs ze via een helling op het stortplatform terechtkomen. Daar kunnen ze de inhoud van hun vracht rechtstreeks via grote poorten in de overslaghal storten. Elke poort geeft toegang tot een gesorteerde stortplaats: papier/karton, PMD, huisvuil, grofvuil, … In die hal, waarvan de wand van de stortvakken bekleed is met een stootvaste metalen bardage, rijden bulldozers op en aan om het afval in overslagcontainers te deponeren. Aanpalend aan de overslaghal is een grote hal ontworpen voor de stalling van de vrachtwagens. Onder het stortplatform zijn functionele ruimtes zoals stookruimte, opslagruimte voor houtsnippers, bergingen voor diesel, olie en percolaat en een compressorlokaal ondergebracht. Op de binnenkoer kunnen de vrachtwagens gereinigd en volgetankt worden. Met de organisatie van het ontwerp en een uitgekiende inplanting van de verschillende diensten en functies met bijhorende verkeersflow, voorkomt men ook hier vermenging van voetgangers- en vrachtwagenverkeer.

Alle wanden en vloeren van de binnenkoer zijn uitgevoerd in zichtbeton. Het geeft deze zone een clean en modern uitzicht en het voelt helemaal niet industrieel aan.

De ontwerper heeft met de inplanting en de duidelijke organisatie van het terrein ook rekening gehouden met eventuele uitbreiding. De flexibiliteit van het poortgebouw en de resterende ruimte op de site bieden voldoende potentieel voor latere aanpassingen of uitbreidingen, zelfs zonder de bestaande activiteiten te verstoren. Er werd zoveel mogelijk gebruik gemaakt van prefabmaterialen en er werden zo weinig mogelijk verschillende materialen toegepast, hetwelk gunstig is voor zowel kostprijs als uitvoering.  De hoofdmaterialen zijn beton en staal. De betonnen keerwand in de overslaghal wordt langs de binnenzijde bekleed met  een staalplaat. Dit ter bescherming van het schrapen van de bulldozers.

Isolatiematerialen zijn uit minerale wol in plaatst van het minder duurzame PUR.

De gevels zijn uitgevoerd in prefabbeton en bardageplaten uit staal.

Grote rioleringsbuizen zijn uitgevoerd in betonnen buizen, enkel kleinere diameters zijn in PE uitgevoerd in plaats van PVC, daar dit materiaal milieuvriendelijker is.

Voor Peter Mertens, projectarchitect bij AIM en verantwoordelijk voor dit project, speelt duurzaam bouwen in op alle aspecten van architectuur en is geïntegreerd ontwerpen, waarbij vanaf de eerste gesprekken alle deelaspecten in acht genomen worden, de enige manier om de complexiteit van al die deelaspecten van een opdracht op een eenduidige en kwaliteitsvolle manier te integreren in het ontwerp. Duurzaamheid en innovatie zijn twee begrippen die niet meer los van elke stap van het ontwerp- en bouwproces gezien kunnen worden. De ‘trias energetica’ – beperken van de energievraag, gebruik van duurzame energie, optimaliseren van fossiel energieverbruik – zou bij elke ontwerper een ontwerpevidentie moeten zijn. Voor dit project maakte AIM o.m. gebruik van fotovoltaïsche panelen op de daken van de hallen, een zonneboiler, een verwarmingsinstallatie op biomassa (houtsnippers uit opgehaald hout), zonnewering en zonnewinsten, geoptimaliseerde compactheidsgraad, performante isolatie…

Met dit ontwerp bewijst AIM dat industriële architectuur relevant kan zijn en meer is dan het ‘huisvesten van industriële activiteit’ en het louter veruiterlijken van het functionele. Voor AIM is elk gebouw onderwerp van ontwerpend onderzoek en is ook de identiteit van de plek en de grens tussen openbaar en privé primordiaal. Op die manier komen ze tot projectdefinities waaruit een vorm ontstaat die de functionaliteit ver overstijgt, en daarbij wordt die vorm geen doel op zich.



Delen op:



ADRESSEN

Parklaan 146

2300 Turnhout

België

Louis Pasteurstraat 21

3920 Lommel

België

CONTACT

Heb je vragen? Neem gerust contact op via onderstaande gegevens:

+32 (0) 14 41 32 32

info@architectsinmotion.be

NIEUWSBRIEF

Blijf up to date.


Onze website gebruikt cookies om uw ervaring te verbeteren en onze dienstverlening te optimaliseren. Lees ook de Privacy & Policy